Adrie
 

Via Dolorosa

 

De Via Dolorosa  die sinds 1250 zo genoemd wordt is de weg die Jezus gegaan is toen Hij zijn kruis droeg. Die weg loopt van de plaats van de veroordeling door Pontius Pilatus naar de heuvel Golgota, waar Jezus gekruisigd en begraven is. De gebeurtenissen die op deze lijdensweg plaatsvonden, of waarvan men meent dat ze plaats gevonden hebben, worden door de Rooms-Katholieke kerk in 14e staties herdacht, waarvan er negen gebaseerd zijn op het evangelie en vijf op de overlevering, zoals bijvoorbeeld de zesde statie bij het huis van de heilige Veronica.  De Via Dolorosa begint bij de St.  Stefanuspoort en de eerste Statie van de Kruisweg op de plek waar Jezus werd berecht door Pontius Pilatus in de burcht Antonia. Het gerechtsgebouw heet in de NBV terecht het pretorium. Johannes schrijft: "Jezus werd van Kajafas naar het pretorium gebracht.  Het was nog vroeg in de morgen "(Joh.18:28)Het is een goede zaak dat in veel kerken het kerkvolk via de afgebeelde staties bij het lijden van Jezus zijn en worden betrokken.

        

De zogenoemde Ecce homo-boog (zie de mens)  Zie de mens!Dat waren woorden van Pilatus om meelij op te wekken toen Jezus met de doornenkroon en bloedend uit vele wonden geshowd werd voor het  volk

·     De autentieke  lijdensweg van Jezus  omvat veel méér dan de Via Dolorosa. Die lijdensweg omvat méér dan de Kruisweg.  Die weg begint bij zijn arrestatie in de hof van Getsemané door de tempelpolitie. Alle evangelisten brengen ons er heen. De autentieke lijdensweg loopt van Getsemané via Gabbata naar Golgota. Eerst werd Jezus geboeid gebracht naar het paleis van de hogepriester (Joh. 18:13). Van het Kedrondal voerde de weg omhoog langs de onlangs blootgelegde trappenstraat naar de Sionsheuvel waar het paleis van Kajafas stond. Je kunt nu nog de plek aanwijzen waar de toegangspoort geweest is.  In de rotsbodem kun je nog steeds de gleuven zien waarover de zware poortdeuren eeuwen lang zijn heen geschoven. Hier heeft Jezus ook gelopen. Hier is hij door het overvalcommando voor de rechterstoel van Kajafas gebracht. Ingekerfd in de rots las ik nog het woord "korban" Dat is offergave.

·     De rechtszaak van Jezus is allereerst een zaak van de Joden.  De Joodse Hoge Raad- het Sanhedrin-  die zal Jezus eerst moeten veroordelen, voordat hij gevonnist kan worden. Daarom is de eigenlijke lijdensweg van Jezus een weg die niet begint bij het Romeinse pretorium op de burcht Antonia, of bij de Stefanuspoort, maar in het hogepriesterlijk paleis van Kajafas., of eigenlijk nog eerder bij zijn arrestatie op de Olijfberg in de tuin van Getsemane.

·     Deze weg vind ik veel aangrijpender en boeiender dan de overbekende Via Dolorosa, die met zijn vele boetieks en souvenirwinkeltjes meer weg heeft van de Amsterdamse Kalverstraat dan van Jezus´weg naar het kruis.

 

Trappenstraat omhoog naar paleis van de hogepriester die men jaren geleden heeft blootgelegd

Geselplaats in hogepriesterlijk paleis.

 

Dit is dan de kerker onder de gevangenis  van het hogepriesterlijk paleis waar Jezus met een touw onder zijn armen is neergelaten  en waar Hij moest blijven in de nacht van donderdag naar Goede Vrijdag.
Daarna is hij in alle vroegte via dezelfde trappenstraat  gebracht naar het Pretorium van Pontius Pilatus.


Veertig dagentijd of lijdenszondagen ?

In de evangeliën neemt de lijdensgeschiedenis van de Heer een zeer ruime plaats in. Ze lopen alle vier uit op het grote verzoenende lijden van Jezus. De evangelisten beschrijven de gang van Jezus van Getsemane via Gabbata naar Golgota.Een derde tot een vierde deel van de ruimte wordt er aan besteed. In verschillende kerken  wordt er in de zes lijdenszondagen  ook grote aandacht aan besteed. In de protestantse kerken hebben de laatste jaren de lijdenszondagen  meestal plaats moeten maken voor de zogenoemde "Veertig dagentijd". In die veertig dagen wil men zich voorbereiden op het Paasfeest. Het zijn weken van bezinning en inkeer. Hoe men hierover ook denken mag, duidelijk is toch wel dat het accent nu toch wel  meer komt te liggen op wat wij mensen moeten doen in plaats van wat de Heiland voor ons heeft gedaan.

In de benaming "Via dolorosa" gaat het over de tranen die de  vrouwen plengen over het lijden en sterven van Jezus. Ze stonden huilend langs de kruisweg, die men daarom ook "Via dolorosa' noemde". Maar Jezus zei tot haar" Huil niet over mij, maar huil over jullie zelf en over jullie kinderen (Luc.23:28).De Matteüs-Passion begint met hetzelfde motief "Kommt, ihr töchter, helft mir klagen?" terwijl het tweede koor daar doorheen zingt:O, Lamm Gottes, unschuldig. Wij moeten treuren om het Lam Gods, dat onschuldig ter dood veroordeeld is en sterft, terwijl wij die dood verdiend hadden.Dat komt ook nog eens duidelijk tot uiting in het koraal waarmee Bach het eerste deel van de Matteüs-Passion afsluit:"O Mensch bewein dein sünden grosz´. Zo moet ook dat deel van Bachs passiemuziek gehoord worden als hij het slotkoor laat zingen "Wir setzen uns met tränen nieder" Die tranen waren bij Bach geen tranen van verdriet, maar tranen van berouw.Deze dieptedimensie wordt vaak niet verstaan door de moderne mens. Op de kruisweg worden onze ogen geopend voor onze eigen diepe verlorenheid. Jauchzend zum tode, zum Leben betrübt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gabbata

 

Vloer voor het gerechtsgebouw van Pontius Pilatus

Pilatus liet Jezus naar buiten brengen en hij nam plaats op de rechterstoel op het zogeheten Mozaïekterras in het Hebreeuws Gabbata (Joh. 19:13)

·     De plaatsen Getesémane en Golgota kennen de meeste christenen wel.  De plaatsnaam Gabbata is veel minder bekend. In Getsémane is Jezus gearresteerd door de tempelwacht en op Golgota is Hij gekruisigd en gestorven, maar  op Gabbata is Hij veroordeeld door Pontius Pilatus.[1]  Gabbata is daarom voor ons één van de meest heilige plaatsen, omdat de Heiland dáár voor ons onder het gericht van God is doorgegaan. Hij is daar voor ons als schuldige veroordeeld, opdat wij vrijgesproken zouden kunnen worden.

·     Waar lag Gabbata?  De voorgeleiding, de geseling en de veroordeling  van Jezus moet hebben plaats gehad in het garnizoenscentrum van Jeruzalem, de burcht Antonia. Dit geweldige kazernefort was door Herodes de Grote gebouwd als een veilige uitwijkplaats als er een oproer zou ontstaan onder de Joden.  Met zijn vier zware hoektorens sloot dit indrukwekkende bouwwerk de noordwestelijke hoek van het tempelplein af

·     De onderhandelingen met de Joden zullen op het ruime plein vóór de burcht hebben plaats gevonden. Het was op deze vrijdag de voorbereiding op de sabbat. En dan nog wel de sabbat van het Joodse Paasfeest.  Geen jood zou zich willen verontreinigen door het erf van een heiden te betreden. De bespotting en de geseling door de Romeinse soldaten zal plaats gehad hebben op het ruime binnenplein. (Joh.19:1,2.) Daar hebben de soldaten Hem een kroon van doornen opgezet.

·     Daarna heeft Pilatus Hem naar buiten gebracht.  Daar op de hoge trap van het 'rechthuis', het praetorium werd Jezus geshowd aan het volk dat onder aan die hoge trap stond. Hij stond daar met de doornenkroon en het purperen kleed  om. De menigte die onder aan de trap in de voorhof der heidenen van het tempelplein stond, kon Hem zo goed  zien. "Zie de mens" riep Pilatus boven aan de trap tot het volk. Maar het volk schreeuwde: "Ieder die zichzelf koning maakt verzet zich tegen de keizer.  En als u deze Jezus loslaat bent u geen vriend van de keizer meer.[2]"

·     Daarna ging Pilatus weer met Jezus naar binnen en interviewde Hem.(Joh.19.)  Bent u nou echt de Koning der Joden?

·     Er zijn vandaag nog heel duidelijke herinneringen aan de plaats waar Jezus gegeseld is, bespot en veroordeeld. Bij graafwerkzaamheden heeft men de prachtige Romeinse bestrating van het binnenplein  van de burcht Antonia blootgelegd. De grote vierkante tegels liggen nog precies als in die oude tijd, met de ruwe kant naar boven, om te voorkomen dat de hoeven der paarden erop zouden uitglijden. Op regelmatige afstand zie je ook nog de gootrichels, waarlangs het regenwater kon afstromen. Een gedeelte van deze betegeling bevindt zich (geheel in zijn oorspronkelijk toestand gelaten), in het souterrain van het nonnenklooster Les Soeurs de Sion. Onder de vloer ziet men door het traliewerk nog de geweldige cisterne, die ooit dienst gedaan heeft als waterbewaarplaats voor het garnizoen in droge tijden.

·     Je staat hier op dezelfde plavuizen waarover Jezus ook gelopen heeft, waar Hij gegeseld is en de bespotting van de soldaten heeft moeten ondergaan, voordat Hij naar buiten gebracht  en tentoongesteld werd voor het volk.

·     Ik geef nog één bijzonder detail door van deze plek.  Op één van de  grote stenen is met ruwe hand het zogenaamde koningsspel ingekrast.  Dat was een soort dobbelspel, dat de soldaten uit tijdverdrijf speelden. De verliezer werd daarbij tot spotkoning uitgeroepen.  Hij moest zich alles laten welgevallen.  Maar hij  kreeg ook het recht om een ander in zijn plaats te stellen. Heeft de verliezer van dit spel misschien de Joodse gevangene J. van N.  aangewezen als zijn plaatsvervanger? We weten het niet.

·     Wel kun je nog steeds  in de hoek van de vloersteen de hoofdletter B herkennen, de eerste letter van het Griekse woord Basileus,.  dat koning betekent. Jezus wil ook zo genoemd worden: Koning der Joden, Hoofd van de kerk en Heer der wereld.

[1] De stadhouder was ter gelegenheid van het Joodse Paasfeest in Jeruzalem. Zijn eigenlijke residentie was Caesarea aan de Middellandse Zee.

[2] De officiële term van de stadhouder Pontius Pilatus luidde amicus caesaris, vriend van de keizer.  In roerige streken benoemde de senaat  van Rome geen landvoogd, maar  stelde de keizer een van zijn vertrouwelingen aan als gezagsdrager en deze droeg  vervolgens de naam 'vriend des keizers'

Getsemané

 

Een olijvenpers, in het Hebreeuws, Getsemane genaamd.
Getsemane ligt achter deze bomen op de foto hieronder.

Olijfolie had je  overal voor nodig. Je kon er heerlijke vijgenkoeken mee  bakken.Het was een geneesmiddel, Men had het nodig voor de zalving van bepaalde mensen. Maar het was ook vooral  nodig om in het donker thuis nog enige verlichting te hebben.De olijfbomen waren een teken van welvaart. Als de Romeinen bij het beleg van Jeruzalem in het jaar 70 alle olijfbomen op de Olijfberg gaan kappen is dat een ramp voor heel het volk.

Ze kwamen bij een Olijfgaard die Getsemane heette (Marc.14: 32)

Nadat Jezus dit alles gezegd had, ging hij met zijn leerlingen naar de overkant van de Kidronbeek. Daar liep hij een olijfgaard in. (Joh.  18:1 en 2) N. B. 

Nogmaals zicht op Getsemane maar nu van de andere kant. Je ziet hier het Kedrondal  met o.a. het graf van Zacharia met puntdak dat uit één stuk rots is gehouwen! Hier lag nu die "olijfgaard".

·     Waar lag Getsemane nu prcies ? Als je Jeruzalem aan de oostzijde verliet, voerde vroeger de weg ongeveer 60 meter omlaag  het Kedrondal in. Jezus   heeft dat dikwijls gedaan.  Dat was ook de weg naar zijn vrienden in Betanië.  Het pad steeg  aan de andere zijde van de beek weer omhoog tegen de helling van de Olijfberg. Ja dat was een hele klim. Er is in de loop der eeuwen tientallen meters puin gestort en daardoor is het Kedrondal vandaag lang zo diep niet meer.

·     Als je aan die andere kant omhoog geklommen was kwam je al haal gauw bij een tweesprong. De hoofdweg  van deze tweesprong liep langs het zuiden van de Olijfberg naar het plaatsje Betanië, maar die andere weg was smaller en ook veel steiler en  die liep langs Betfagé over de Olijfberg heen. Welnu bij deze tweesprong lag de olijvenhof Getsemane.

·     In Getsemane begint het grote lijden van Jezus pas goed.  Daar wordt Hij verraden door Judas en daar wordt Hij gearresteerd . door de tempelpolitie. Getsemane lag aan de voet van de Olijfberg. Jezus neemt daar zijn drie intiemste vrienden mee. Petrus, Jakobus en Johannes. Daar is Jezus dodelijk beangst geworden.

      

·     Alle vier evangelisten vertellen hoe Jezus na de viering van het pascha en de instelling  van het Avondmaal met zijn leerlingen  naar de Olijfberg vertrok en daar tot overgave kwam en in volstrekte rust de komst van Judas en zijn bende afwachtte. Matteus en Marcus geven een volledig adres.  De plaats was bekend als Getsemene, dat is olijvenpers. Nu is  het opvallend, dat Johannes die overigens op andere plaatsen zeer nauwkeurige topografische aanduidingen  verstrekt, in dit geval niet verder komen kan dan: aan de overzijde van de beek Kidron was een hof. Hij noemt Getsemane niet. Vergelijk Matt. 26:36;Jezus ging naar een olijfgaard die Getsemane genoemd werd.

·     Toen Johannes zijn evangelie opschreef  bestond Getsemane al tientallen jaren niet meer. Bij het beleg van Jeruzalem door de Romeinse legers in het jaar 70 is de gehele beplanting van Getsemane en de hof ondergegaan in het oorlogsgeweld. Toen Matteus en Marcus hun evangelie schreven was Getsemane  er nog wel en de vele stokoude olijfbomen die de Olijfberg zo'n boeiend aanzien gaven. Maar in de tijd van Johannes was de Olijfberg totaal verwilderd. Het had ook geen zin voor de lezers de naam Getsemane te noemen. Getsemane was er niet meer en

·     Van Flavius Josefus weten we dat de Romeinse legionairs bij de belegering van Jeruzalem alles met de grond hebben gelijk gemaakt. De Olijfberg werd bovendien  één reusachtig legerkamp.  Voor de bouw van wallen en verschansingen was zeer veel materiaal nodig. De bomen van de Olijfberg werden nog gekapt en gerooid op een afstand van  negentig stadiën, dat is bijna zeventien kilometer.Er was voor de Romeinen nog een andere reden om de bomen te kappen. De Joden zochten telkens bij hun uitvallenuit de belegerde stad de dekking van de Olijfbomen.

·     In de tijd van Jezus waren de Olijfbomen er nog wel.  Temidden van hun knoestige, bochtige stammen heeft Jezus gebeden: Abba, als het mogelijk is, laat deze beker aan Mij voorbijgaan.