Verhalen De Blaey Vogel

   
         

Een lieve oom en tante

   
         
 


Een lieve oom en tante
(Verteld door Adrie van den Bosch - Rietveld)

Adriaan Scheele, "Oom Ariaan" (dus zonder "d")  was getrouwd met tante Jacomine. Een zeer geliefde oom en tante van mijn ouders. Er is altijd veel briefwisseling geweest en ook regelmatig bezoek. Je moet dan denken aan 1 x per jaar. Deze oom en tante werden het vaakst bezocht.

Oom Ariaan was een oprecht Christenmens.

Hij spraak er met mijn ouders vaak en graag over. En in de brieven die regelmatig uit zeeland kwamen. Vroeger natuurlijk ook bij opoe Leentje en later meer bij ons thuis, schreef hij, naast de gewone familieberichten, bijna altijd iets over een tekst uit de Bijbel die hem had getroffen en bezig hield.

Ik herinner me oom Ariaan en tante Jacomine als lieve mensen.

Op de foto: Jacomine


Zie ook: Documenten de Blaey


 

   

 

 

   

 

De verkeerde broche  9 Februari 1952

   
 
 
     

 

 

 

 



Leentje Vogel met haar kleinkinderen:
Leny Rietveld, Adrie Rietveld, Jan de Blaey, Jan Rietveld
 


Het verhaal bij de foto
(door Adrie van den Bosch - Rietveld)

Deze foto is genomen in het huis op Nieuweweg 134 waar wij destijds woonden. Oma woonde op de Kerkweg. Maar omdat zij een heel klein huis had leende die locatie zich niet voor zo'n familieportret en gebeurde dat dus bij ons thuis. Jan de Blaey zal wellicht met z'n moeder zijn gekomen maar dat kan ik me niet meer herinneren.

De plaats in de kamer waar de foto is genomen is met opzet uitgekozen omdat in die hoek de foto hangt van "ome Jan de Blaey", de zoon van Leentje die in de oorlog is omgekomen. Zij stond er op dat zijn foto er ook bij moest. Zo gebeurde het dus.

Ook een bijzonder vermelding krijgt de broche die Leentje draagt. Het is de broche van Adriana Versteeg - Alblas, de pleegmoeder van Henk Rietveld. Deze broche hadden mijn ouders in bezit. Het was aanvankelijk de bedoeling dat Leentje haar eigen broche zou dragen. Deze broche was heel bijzonder, er zat (zit, ik heb de broche nu zelf in mijn bezit) een haarlok in van het op jonge leeftijd verdronken zusje van Leentje. Ze was vergeten de broche mee te brengen... Dat speet haar heel, heel erg...

Zie ook: Documenten Vogel

 

 


 

 

 

 



 


 
     

Haring... Hardinxveld, Jaren '50

   

 

   
 


De portemonnee en de Haring
(Verteld door Adrie van den Bosch - Rietveld)

De afgebeelde portemonnee was van mijn opoe Leentje Vogel. 't Was gewoon haar dagelijkse portemonnee. Ik kreeg hem ook wel eens mee als ik een boodschap ging doen, b.v. om bij Aart Smit, de visboer, een zoute haring te halen.

"Ik ben zo flauw", zei ze dan, " ik heb trek in iets hartigs".

Mijn oma was zeer streng zoutloos dus een zoute haring was zeker uit den boze. Dat vond ze eigenlijk zelf ook altijd. Daarom at ze meestal maar een paar hapjes en spuugde het laatste hapje ook nog uit.

Voor mij was dat het teken dat ik nu aan de beurt was. Meer dan driekwart van de haring verdween in de maag van een klein schoolmeisje.

Daarom vond ik het altijd fijn om zoute haring voor oma te halen.

Zie ook: Documenten Vogel

 

   
         

Ketellapper   Hardinxveld, Jaren '50

   
         
 


De ketellapper
(Verteld door Adrie van den Bosch - Rietveld)

Het zou best kunnen dat het theepotje oorspronkelijk werd bewaard voor de "Ketellapper", er zit een flink gat in de bodem, maar vroeger was zoiets dan nog lang niet versleten. De ketellapper lapte het weer op met een soort stop.

Toen ik nog een kind was kwam de ketellapper ook nog bij ons in het dorp. Hij had een soort handkar met alles erop en eraan wat hij nodig had. Ik weet dat mijn moeder ook wel dingen liet repareren.

Er kwam dan aan de binnenkant en aan de buitenkant van de pan of ketel een soort schijfje met een plaatje of ringetje van een zachtere stof ertussen. Het geheel werd dan aan elkaar geschroefd. Het schroefstukje zat aan de binnenkant, dat stak daar gewoon een stukje uit de bodem. Aan de buitenkant zat de kop van de schroef. Dat was veel platter maar toch stond de pan of ketel nooit meer goed recht. Er zat een "bobbeltje"aan de buitenkant.

Zie ook: Documenten de Blaey

 

   
         
   Lied   Hardinxveld, Jaren '50    
         
 



 



Lied van Leentje
(Verteld door Adrie van den Bosch - Rietveld)

Bijgaand lied vond ik in een oude muziekbundel die ik nov 2008  kocht op de boekenverkoop van de "Oude Kerk" in Ermelo.

Dit lied heb ik leren zingen van opoe Leentje.

Opoe kon goed zingen en had een vaste stem, zij zong dit lied met veel overgave en ontroering. Ik denk dat ik er daarom ook zoveel goede herinneringen aan heb.

Nu ik zelf niet meer zo jong ben en me iets kan inleven van wat Leentje in haar leven meemaakte kan ik me een beetje voorstellen van wat dit lied voor haar betekende.

Info: melodie van Karl Voigtländer uit ca 1853/54. Oorspronkelijke tekst: "Laßt mich geh'n, laßt mich geh'n, daß ich Jesum möge seh'n .