Verhalen De Blaey

   

 

 

   

 

Doodvonnis  3 Mei 1943

   
 
 
     

 

 

 

 





Jan de Blaey op zijn werk
(middenvoor)





Fragment krantenbericht

 


Jan de Blaey 3 mei 1943
"Leve de gewetensvrijheid, zonder vrijheid geen levensgeluk"


Jan de Blaey is werkzaam op de Merwedewerf in Hardinxveld als er op 29 April 1943 een staking uitbreekt die zich vanuit het noorden en oosten snel verspreidt over heel Nederland. Directe aanleiding is de aankondiging dat oud-militairen van het begin van de oorlog, zich alsnog moeten melden als krijgsgevangene. Daarnaast zijn er de steeds verdergaande maatregelen tegen de Joodse landgenoten en de instelling van de Arbeitz-einzats. De bezetter slaat met harde hand terug. D.m.v. het politiestandrecht worden tientallen mensen in het hele land opgepakt en gefusilleerd.

Volgens het krantenbericht zou Jan de Blaey vergaand hebben deelgenomen aan de staking op de Merwedewerf en om die reden op 3 Mei 1943 zijn opgepakt. Dat gebeurde in Rotterdam. Doorgaans werden arrestanten naar het SD-gebouw aan de Heemraadssingel gebracht, dit zal ook het geval zijn geweest bij Jan de Blaey. Op 3 mei 1943 schrijft hij nog een brief naar huis en dezelfde dag wordt hij ge-executeerd. De rechter van het Standgericht in de regio was Dr. Arno Arlt. Hij sprak ook de doodvonnissen uit van de April-Meistaking.

... Uit kopiëen van telexen (NIOD) blijkt dat Jan de Blaey  met negen anderen is  gefusilleerd om 20.50 uur. Om 21.55 uur, ruim een uur later dus werd bericht van de ‘bestätigung’ gedaan aan Rauter. Mogelijk is hij op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd, ongeveer een half uur rijden. Dat zou de reden van het tijdsverschil kunnen zijn. Dan zou hij daar ook ergens begraven liggen. In de Gedenkboeken van de Oorlogsgravenstichting staat dat hij op 3 mei 1943 in Rotterdam is gefusilleerd, onbekende graflocatie. (info: met dank aan de inspanningen van de nabestaanden van een van de andere mannen)

Het is mij niet bekend of de familie wist wat er met het  lichaam van Jan  is gebeurd. Of zij van zijn begraafplaats op de hoogte zijn gesteld.

Zie ook: "Onderzoek J.W. de Blaey 1943"