De
liturgie bladert afwisselend in de juiste volgorde
en in willekeurige volgorde
Ga met de muis op een bladzijde staan
om deze eventueel even stil te leggen
Preek gehouden door Ds. Vroegindeweij
—— Lieve mensen.
Het klinkt vreemd als ik zeg: fijn dat u er allemaal bent, want wij hadden hier geen van allen willen zijn vanmorgen. En toch fijn, want dat het veel betekent een hand op je schouder, de warmte van meeleven, dat je verdriet kunt delen en dat je samen draagt, dat heeft de familie van den Bosch ervaren. Het werd deze dagen gezegd: met iedere hand die je geeft draag je een beetje verdriet over. Met elkaar moeten we er door. Door dit dal. En wie heeft er woorden voor. Je leest het vaker in de krant. Een ongeval. In het verkeer. Een kort bericht. Tussen alle andere berichten. je ogen glijden er langs en je slaat de krant om. volgend blad. Maar dan op zo’n zaterdag is het dichtbij. Die bladzij kun je niet omslaan.
Het is je klasgenoot. je vriend, je broer. je zoon.... Verbijsterd ben je, aangeslagen. De gedachten tuimelen over elkaar en soms kun je helemaal niet meer denken. Het is alsof je in een land komt waar je nooit eerder geweest bent en waar je geen voet zou willen zetten. Omdat je er de weg niet weet en omdat je daar jezelf niet kent.Wel juist dan heb je elkaar nodig om te zeggen hoe het voelt en om te praten over hem die er niet meer is. Praten met de bijbel op tafel. Want waar moet je het anders zoeken?
Zo is het gegaan aan de
Horsterengweg toen het bericht zaterdag kwam dat Rein verongelukt was en toen in
het ziekenhuis in Zwolle de apparatuur stil gezet moest worden omdat verder gaan
geen zin meer had.
Dit hebben we niet meer in de hand en dit kan ik niet meer in handen houden was
de reaktie. Maar, werd er toen gezegd, dat hoeft ook niet, er zijn andere
handen. Handen met een hoofdletter.
En dat kwam tot uiting toen
met elkaar thuis aan tafel deze woorden gelezen werden die we ook zojuist
gelezen hebben. “In dit alles zijn wij meer dan overwinnaars Want ik hen er
zeker van, dat niets ons kan scheiden van de liefde van God welke is in Christus
Jezus. onze Heer”.
Gedachtenis en bemoediging dat is aan de orde dit uur van afscheid.
We willen aan Rein terugdenken. En we willen God vragen om bemoediging en bemoediging putten uit de Bijbel.
Rein. Je praat over hem op school en je doet het thuis. Hoe het was. Eén van de eerste reakties toen gezegd werd dat hij was overleden van één van de broers luidde nu kan ik nooit meer Triviant met hen spelen. Daar was Rein goed in. Hij wist veel. Hij had een helder verstand. Op zijn leeftijd is die gave meegenomen. dan hoef je niet zo hard te werken voor school. En ook dat had hij door.
Zo vertelt u over hem. Rein was duidelijk aanwezig. Een sfeermaker. Uitdagend en als jongste zijn plaats veroverend temidden van de oudere broers en zusters. Hij was nog maar net aan het leven begonnen. aan het volwassen leven. Hij viel graag nog terug op de geborgenheid van thuis. Kwetsbaar. Maar ook soms bar irritant. En hij kon geweldig mopperen.
.Je herinnert je zijn geijkte uitdrukking als hij een keer in het nauw kwam:Je kwetst mij” of “je brengt mij geestelijk uit balans” of hoe hij dat ook maar zei. En verder heel gewoon, niet beter en niet slechter dan een ander. Niet geloviger of ongeloviger dan een catechisant. Zo mogen jullie aan hem terugdenken en over hem praten vrolijk en opgewekt want zo past het bij iemand van 16. Zo was hij: niet alleen een gaaf joch maar ook een gave. Een gave van God. Ja en dan ineens is die gave weg.
En dan komen de vragen.
Neen wij roepen God niet ter verantwoording, Wiens hand tekort zou schieten die alles maar onbewogen toelaat. We kunnen niet geloven in God die achter ongelukken staat.In de brokstukken kun je God niet vinden. Niet alles komt bij Hem vandaan maar alles komt wel bij Hem terecht.Zo lees je het als de Bijbel op tafel komt.Dan worden woorden aangereikt.
Zo hoor je het samen in deze dienst van gedachtenis en bemoediging: "Want ik ben er zeker van dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die over ons geopenbaard zal worden". En" … in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars".
" Want ik ben verzekerd dat
noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst noch
krachten, noch hoogte noch diepte noch enig ander schepsel ons zal kunnen
scheiden van de liefde van God welke is in Jezus Christus onze Heer".
Zoals een arm vertroostend om mij heen, zo teder ligt uw liefde om mijn leven.
Ik ben er zeker van. Kun je dat wel lezen vanmorgen? Is dat niet te hoog
gegrepen? Overmoed doet zelden goed!
Maar soms is het wél goed. Soms kun je niet anders. Wie verliefd is tot over zijn oren, wie leefheeft en wie liefgehad wordt is vaak overmoedig en dat is hij met recht. Met evenveel recht, ja met nog oneindig veel meer recht, wordt het geloof overmoedig als het gaat om de liefde van God.Overmoed doet zelden goed. Maar als het om Gods liefde gaat dan doet het goed. Dan geldt het : Zeker weten! Ja, wát weet je zeker?
Eén ding is zeker. dat je
eens zult sterven. Wij allemaal. De één jong. De ander oud. Zeker weten.
Maar Paulus spreekt hier van een heel andere zekerheid. Ik ben verzekerd van de
liefde van God. Niets kan me daarvan scheiden. Zelfs de dood kan daar niet
tussen komen. Zeker weten! En als je Paulus vraagt is dat niet te strek
uitgedrukt? Dan zegt Paulus niet: nou ja ik geloof dat, ik denk dat het zo is,
eigenlijk ben ik er niet helemaal zeker van, het is een tastend geloof, in mijn
hart twijfel ik nog wel eens. Neen, ik ben zeker van de liefde van God. Zeker
weten!
Kan dat wel? Als wij naar de toonhoogte waarop de apostel spreekt luisteren dan is dat niet de hoogte van een mens die nogal hoog van zichzelf opgeeft, maar dan ligt de zekerheid verankerd in de inhoud van die zekerheid, in de liefde van God.
Die liefde heeft een Naam. Jezus Christus. Die liefde daar denk je aan op goede vrijdag en Pasen. Hij heeft de zijnen die Hij in de wereld liefhad, liefgehad tot het einde. Hij verwierf het eeuwige leven door zijn dood aan het kruis en heeft dat eeuwige leven aan het licht gebracht door zijn opstanding uit de doden. En als je dat goed gezien hebt zegt Paulus: Alzo lief heeft God de wereld gehad en alzo lief heeft God jou gehad, en dat Hij het is die liefheeft, dan kan daar niets tussen komen. Zelfs als de macht van de dood er aankomt. Die macht aan wie je alles moet uitleveren tot het liefste en het laatste wat je hebt toe. Die macht kan niet komen tussen de liefde van God voor de zijnen.
De liefde is sterker dan de dood. Déze liefde, Gods liefde. Ja, het is niet zozeer de zekerheid van het geloof, als wel de zekerheid van de liefde.
Zou u daarover willen preken?, over Romeinen 8, ik weet niet of het te hoog gegrepen is maar het sprak ons allemaal aan en dat haalt ons door deze dagen.. Wat sprak u dan aan? Dat méér dan overwinnaars en ook dat laatste, dat er niets tussen kan komen. Niets kan ons scheiden van de liefde van God welke is in Christus Jezus onze Heer. Als het om Gods liefde gaat dan doet overmoed goed.
Wij gaan Rein begraven, en het wordt straks gezegd bij zijn graf: wij leggen zijn lichaam neer in de aarde, in de handen van de levende God. Het eerste is wat je ziet, 't tweede is wat je gelooft. Is de wens hierbij niet de vader van de gedachte? Natuurlijk is de wens de vader van de gedachte. Maar dat is het punt niet. Het punt is dat er een vader heeft die dezelfde wens in gedachten heeft en dat een apostel daarom kon zeggen Niets kan ons scheiden van de liefde van God.
We nemen afscheid van Rein. Dankbaar voor alles wat de Heer in hem aan zijn ouders , aan broers en zusters, aan oma, aan de familie, aan iedereen van Grievenbeek en aan wie hem ook maar gekend heeft aan de buurt en aan de gemeenschap heeft geschonken. Wij blijven met een hand vol vragen achter. En met pijn. Van buiten zie je misschien niet veel maar van binnen ben je kapot. En toch…de vragen verstillen en de pijn wordt verzacht door de toonhoogte van het evangelie dat we steeds weer horen mogen: niets kan ons scheiden van de liefde van God welke is in Christus Jezus onze heer. In die liefde zijn wij wel geborgen en in dat geloof mogen we Rein nu gaan begraven.
Aan het begin nog van zijn
dagen
als een bloesem weggerukt,
goed genoeg veel vrucht te dragen,
afgesneden, afgeplukt.
In het midden van de lente,
in het voorjaar van de tijd,
kwam de landman en hij entte
bloesem in zijn eeuwigheid.
In het midden der
geslachten,
gaande, komend, af en aan
ligt hij voor zijn beurt te wachten
om God lovend op te staan.
Amen.
Gebed.
Here God in Uw Handen ligt het begin en het einde van ons leven.
U bent de Schepper van hemel en aarde. De Heer van leven en dood. We willen eerbiedig voor Uw Heilig Aangezicht naderen en U zeggen: Here God, wij voelen ons klein en verdrietig en machteloos deze dagen en dit moment.
Maar we ervaren ook dat we bij U mogen schuilen. We danken U voor alles wat U in uw Woord deze dagen hebt geschonken aan bemoediging.
We danken U in alles wat u in Rein hebt geschonken. Hij was een gave van U.Wij bidden U of U ons wilt vergeven als we ten opzichte van hem tekort zijn geschoten. We vragen U doe ons hem nu loslaten en in Uw Handen overlaten.
Here God wilt U met de ouders van Rein zijn en met broers en zusters, met Jan en Margreet, met Grady en Marja en Henk en Jacco, wilt U met oma zijn. Wilt U op school zijn met de klasgenoten en allen die erbij horen.
We danken U voor uw evangelie waarin we mogen horen van uw overwinning over de machten van zonden en dood.
Wij bidden U laat Heer de verwondering blijven daarover dat niet alleen mensen zorg voor ons hebben, want die zorg houdt een keer op, maar dat u ten diepste voor ons gezorgd hebt in Jezus Christus en die zorg houdt nooit op, daar kan zelfs de dood niet tussen komen. In uw hoede zijn wij wel geborgen.
Ga Gij met ons nu we naar het graf gaan waar we Reins lichaam als een zaad zaaien in de dodenakker waar hij zal wachten tot U komt. En ga met ons als we na de begrafenis weer ieder naar huis gaan.
Doe ons leven uw grote dag tegemoet. De dag dat U terugkomt op de wolken en alles nieuw zult maken.Hoor ons om Jezus wil.
Amen.
................................................................................................................
Toespraak Dhr. van Lambalgen, rector
Geachte ouders en familie,
vrienden en bekenden van Rein van den Bosch.
Toen afgelopen maandag op school het bericht bekend werd dat Rein ten gevolge van een verkeersongeval was overleden, was er onder leerlingen en onder personeel verslagenheid, verbijstering, verwarring, verdriet.
Wij hebben met elkaar gesproken, ook gesproken over Rein. Toen ik aan docenten, die hem hebben lesgegeven vroeg hoe zij Rein hadden ervaren kwam er steeds één reactie verschillend verwoord. Een aardige rustige jongen.” Een positieve, vriendelijke jongen, die op zijn tijd van een grapje hield. Een jongen die niet alleen stond maar goede contacten had met zijn medeleerlingen.”
Eén reactie wil ik u beslist niet onthouden:
Hij liep je niet voorbij.”
Ik denk dat het hartverwarmend is als dat, als zoiets van je kind wordt gezegd.
“
Hij liep je niet voorbij.” Dat getuigt van karakter en van een instelling ook op
anderen gericht.
Rein was een jongen met een brede belangstelling m.n. voor geschiedenis, economie. Kennelijk maatschappelijk geïnteresseerd. Je zou dus kunnen zeggen een echte Van den Bosch. De brede belangstelling had hij al toen hij in de eerste klas van onze school zat nu al weer vijf jaar geleden. Zijn schoolvorderingen waren gemiddeld ruim voldoende tot goed en werden behaald zonder al te grote inspanning. Rein was zoals zich liet aanzien een leerling van wie wij voor de toekomst wel wat mochten en konden verwachten.
Maar al onze menselijke verwachtingen zijn ruw verstoord en afgebroken.
Nadat ik maandag aan de leerlingen van Atheneum 5 het bericht van het overlijden van Rein had medegedeeld hebben wij met elkaar geluisterd naar een paar verzen uit Jesaja 40. Want natuurlijk zijn er vragen naar het waarom, de onoplosbare vragen rond het lijden in ons leven. Maar ook in dit genoemde hoofdstuk Jesaja 40 worden wij opgeroepen het geloven vol te houden. Het ging mij om een aantal verzen nl.: "Waarom zeggen wij: De Here let niet op mij en komt niet op voor mijn recht. Niemand kan de diepten van Zijn begrip peilen. Machtelozen en vermoeiden maakt Hij sterk, de zwakken geeft Hij kracht. Zij die hun hoop op de Here hebben gevestigd zullen hun krachten weer terugkrijgen.
In het gedenkboek van onze school staan de namen
van zeven leerlingen die in de periode van 1971 t/m 1990 zijn overleden. Rein is
nu de achtste leerling die wij moesten afstaan.
Onder deze namen staan deze woorden van Muus Jacobse:
"Toen zeide Hij
die op de troon gezeten was:
‘het is voorbij’, en ‘k zag dat er
opnieuw een wereld was.
En ‘k zag dat wat daar was geleden
wat daar was geschreid,
bevrijd was in een vrede voor altijd"
...........................................................................................