Stille Nacht, Heilige Nacht

Het is 24 december 1818. Kapelaan Josef Mohr van de St. Nicolaas parochie in Oberndorf bij Salzburg heeft samen met organist Franz Gruber een probleem. De orgel in de kerk is kapot en kan dus niet gebruikt worden in de kerstvieringen. Om toch een feestelijke viering te kunnen hebben, stelt Josef Mohr aan zijn organist voor om een lied te maken. Mohr heeft een zelfgemaakte tekst. Gruber neemt het gedicht mee en schrijft er diezelfde dag een melodie bij voor twee mannenstemmen en koor, met begeleiding van een gitaar. Diezelfde kerstnacht wordt het lied met 6 coupletten voor de eerste keer uitgevoerd. Het lied Stille Nacht Heilige Nacht blijft voorlopig alleen in Oberndorf bekend. De orgelbouwer Karl Mauracher komt in 1824/25 in Oberndorf en hij neemt het lied mee naar Fügen in Tirol. Hier geeft hij het aan de familie Strasser. Deze familie maakt handschoenen en treedt ook op als familie- koor.

Zij reizen jaarmarkten en tentoonstellingen af. Op deze wijze geven zij een concert in Leipzig in 1832 waarbij zij ook het lied Stille Nacht Heilige Nacht zingen. Een ander familiekoor uit Tirol, de familie Rainer, zingt het lied in 1839 in New York voor de uitgebrande Trinity Church. Op deze wijze wordt het lied over Europa en Amerika en verder naar de andere werelddelen verspreid. Vanaf het moment dat er grammofoonplaten gemaakt werden, is het ook daarop vastgelegd. Op duizenden platen komt het voor, en daarna ook op CD's, op film en video. 

Vele bekende en minder bekende zangers, zangeressen uit het populaire en klassieke genre hebben het gezongen, evenals vele kinder-, jongeren-, mannen- en gemengde koren. Vaak plechtig gezongen, soms vrolijk, soms verminkend, waarbij de stijl van bekende zangers en zangeressen vaak direct te herkennen is. Daarnaast zijn er vele instrumentale versies. Van philharmonieorkest tot speeldoosje, van harp tot mondharmonica, van country tot raeggae. Geen enkele muziekvorm wordt geschuwd. Er zijn zelfs versies in hardrock verschenen. En in het Fries.

De oorspronkelijke tekst is uiteraard in het Duits. In de loop der jaren zijn er vertalingen gemaakt in vele talen. Eerst en vooral in de christelijke landen van Europa en Amerika en vervolgens Australië. Missionarissen namen het ook mee naar landen in Afrika en Azië. In het Stille Nacht Museum in Obern- dorf wordt gemeld dat het lied in rond 200 talen bekend is. Het lied heeft 6 coupletten. Meestal worden het eerste, tweede en zesde couplet gezongen. 

 De tekstschrijver                                

 

Hij is in 1792 als onwettig kind geboren. Zijn vader is een soldaat in het keizerlijke leger, maar vertrekt weer voordat hij met Josef's moeder kan trouwen. Zijn moeder verdient de kost met verstelwerk. Josef groeit in armoede op bij zijn moeder in Salzburg. Zijn doopvader, een geestelijke, zorgt ervoor dat hij naar het gymnasium kan en vervolgens naar de priesteropleiding. Naast deze studie doet Josef veel aan muziekstudie en betaalt een deel van de studie door als muzikant op te treden. Oberndorf is de eerste plaats waar Josef Mohr na zijn wijding als kapelaan wordt benoemd. Vrij snel na het gebeuren in de Kerstnacht van 1818 vertrekt Josef Mohr op eigen verzoek om in een volgende plaats kapelaan te worden. Hij kon het niet zo goed vinden met zijn pastoors, want hij wordt tussen 1819 en 1827 elf maal overgeplaatst. 

In 1828 wordt hij pastoor in Hintersee, waar hij tot 1837 blijft. Dan wordt hij pastoor in Wagrain. Hier wordt hij bekend als een sterk sociaal voelend mens, die opkomt voor de armsten en zich niet neerlegt bij de gevestigde orde. Hij sterft in 1848 in armoede aan een longontsteking.

De componist               

Franz Xaver Gruber is in 1787 in Hochburg geboren als derde zoon van een arme touwvlechter. Hij is als kind al zeer geïnteresseerd in het orgelspel, dat hij in de parochiekerk hoort. Hij moet echter al jong aan het werk als touwvlech ter. Op achttien jarige leeftijd kan hij toch nog een muziekstudie voor orgel vol- gen. Daarna doet hij ook een opleiding voor onderwijzer. Dan wordt hij als onderwijzer in Arnsdorf benoemd en als organist in de St. Nicolaaskerk van Oberndorf. Hij blijft tot 1829 onderwijzer in Arns- dorf en ook zolang organist in Oberndorf. Daarna wordt hij onderwijzer in Berndorf.

In 1833 wordt hem de plaats van koorleider en organist aangeboden in de dekenale kerk van Hallein en vanaf dit moment kan hij zich helemaal bezig houden met de muziek. Hij schrijft nog menig muziek- stuk. Hij sterft, algemeen geëerd en geliefd in 1863.

Sint Nicolaaskerk in Oberndorf

In 1913 kwam er ook een einde aan de de Sint Nicolaaskerk in Oberndorf. Na talloze overstromingen van een nabijgelegen rivier werd het vervallen gebouw afgebroken. In 1937 werd op de ruïnes een kapel gebouwd die naar het beroemde kerstlied is vernoemd. In de glas-in-lood-ramen staan de af- beeldingen van Josef Mohr en Franz Xaver Gruber. In het grensplaatsje Oberndorf komen ieder jaar zo'n 150.000 toeristen, die naast de kapel de vele souvenirwinkeltjes en het plaatselijke museum bezoeken. Het Stille Nacht, Heilige Nacht - het beroemdste Kerstlied aller tijden -  is al jarenlang de grootste bron van inkomsten voor de inwoners van Oberndorf.
 

Gruber-Mohr-Denkmal am Platz vor der
Stadtpfarrkirche St. Nicola in Oberndorf;
Foto: Adolf Rutzinger

 

http://www.oberndorf.salzburg.at/system/web/default.aspx